Het college van burgemeester en wethouders in Den Haag vindt het niet nodig om extra maatregelen te nemen tegen autodiefstallen in de stad. Dat schrijft het college in antwoord op schriftelijke vragen van de partij Hart voor Den Haag.

Fractievoorzitter Richard de Mos reageerde in juli geschrokken op nieuws over een "explosieve toename van het aantal autodiefstallen in Den Haag" en eiste dat het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk maatregelen zou nemen. De Mos verwees daarbij naar cijfers van de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) waaruit zou blijken dat het aantal autodiefstallen in Den Haag in de eerste helft van 2025 met maar liefst 70 procent is gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Het Haagse college laat nu weten andere cijfers te hanteren. "De politie meldt voor het eerste halfjaar van 2025 een stijging van 18,5 procent in diefstallen van personenauto’s vergeleken met dezelfde periode in 2024." Volgens het college is het verschil te verklaren doordat het VbV naast diefstallen ook verduistering en onttrekking aan beslag heeft meegerekend. "Hierdoor zijn de cijfers niet direct vergelijkbaar. Het college gebruikt de politiecijfers als basis voor beleid, omdat deze specifiek gericht zijn op diefstallen en een nauwkeuriger beeld geven van de criminaliteitstrend in Den Haag."

Het college wijst er verder op dat de stijging van dit jaar, volgt na een een daling van 35 procent in het eerste halfjaar van 2024 ten opzichte van 2023. "Het college werkt samen met de politie om risicogebieden te monitoren en preventieve acties uit te voeren, zoals voorlichting en gerichte controles. Op basis van de huidige cijfers ziet het college vooralsnog geen noodzaak voor aanvullende maatregelen."